Ze was een pittige tante, maar ook een hele mooie tante. Midden twintig, mooi opgemaakt met rode lippen en felgekleurde
nagellak, prachtige oogschaduw en met moderne, tweekleuren nylonkousen aan. Ze droeg een strak, donkerblauw mantelpakje,
had schoenen met hoge naaldhakken aan, had een heerlijke parfum op en bezat een snelle sportauto.
Daarom was ze ook aangehouden door Henk en Jan – twee politieagenten, die aan het surveilleren waren. Ze reed veel te hard
en nadat ze haar hadden doen stoppen, waren ze door haar charmante uiterlijk eigenlijk al meteen van plan om haar niet te
bekeuren, want ze hadden beiden een zwak voor mooie vrouwen. Maar ze had geen papieren bij zich, gaf een grote bek als
antwoord op alle vragen en toen Jan het kenteken doorgaf via de mobilofoon en de centrale even later meldde, dat de auto als
gestolen geregistreerd stond, was ze de klos. Ze protesteerde nog wel en verklaarde, dat ze de auto geleend had van een
vriendin, maar het was te laat: ze werd gearresteerd en geboeid afgevoerd in de politieauto. Jan reed met de sportwagen achter
het politiebusje aan en een kwartiertje later waren ze op het buro. Ze bleek Babs te heten en noemde de naam en adres van
haar vriendin, van wie ze het racemonster had geleend. Ze werd in de cel gezet en Jan en Henk gingen op onderzoek uit. Al snel
bleek, dat Babs niet gelogen had: haar vriendin gaf toe de auto uitgeleend te hebben; alleen ontkende ze te weten, dat de auto
gestolen was. Ze had hem te goeder trouw twee weken gekocht, dus zat er ergens nog een heler tussen. Besloten werd, dat Jan
de verkoper zou gaan ondervragen en Henk zou Babs een bekeuring uitdelen voor snelheidsovertreding en belediging van een
ambtenaar in funktie. Daarna mocht ze vertrekken en als service zou Henk haar bij huis afzetten.
Jan vroeg zich af of de taakverdeling wel de juiste was: Henk had een slechte naam in het korps en roddels deden de ronde, dat
hij zich met duistere zaakjes in liet: hij liet zich omkopen en liet zich door pooiers, die het niet zo nauw namen met regels en
wetgeving, in natura door hun hoeren tevreden stellen. Toch zette hij Henk af bij het politieburo en reed zelf door naar het
opgegeven adres van degene, die de auto verkocht had aan de vriendin van Babs.
Henk ging het gebouw binnen en haalde Babs uit de cel om haar mee te nemen naar zijn kamer. Daar aangekomen deed hij de
deur op slot en zette Babs hardhandig op een stoel. “Zo, dame”, zei hij, “je zit aardig in de nesten. In het meest gunstige geval
kom je er af met een bekeuring voor te hard rijden, maar voor het zelfde geld word je veroordeeld wegens diefstal en heling”.
Babs trilde van de zenuwen en was helemaal van de kaart. “Ik wil een advokaat”, snikte ze. “En geef mij maar een jenevertje”,
zei Henk lachend en deed alsof ze het over drank had. “Kijk meissie, het hangt helemaal van jou af. Of je mee werkt of niet. Als
je dat wel doet, ben je binnen een uur vrij, maar als je daartoe niet bereid bent, dan zit je hier het hele weekeinde. Het is nu
vrijdagmiddag en we mogen je 24 uur vasthouden op verdenking van een strafbaar feit en verhoren zonder de aanwezigheid van
een advokaat. Maar het weekend telt niet mee, dus kunnen we je hier tot maandagmiddag hier houden. Dus voor je bestwil kun
je net zo goed meewerken” en terwijl hij de laatste woorden uitsprak, kwam hij voor haar staan en legde zijn handen op haar
knieën. Hij oefende een heel klein beetje druk uit ten teken, dat ze haar benen moest spreiden. Ze keek hem niet begrijpend aan
en daarom deed hij zijn eigen benen verder uit elkaar om haar duidelijk te maken, wat hij van haar verlangde. Ze leek wel
gehypnotiseerd, toen haar benen van elkaar gingen en net toen hij tegen haar slipje aan kon kijken, sloot ze haar benen met een
klap en zei verontwaardigd: “wat denk je wel? Denk je me op deze manier te intimideren? Ik klaag je aan bij je chef, eikel! Blijf
met je poten van me af!”.
“Wat je wilt”, zei Henk lakoniek, “mijn chef gelooft je toch niet, want het wordt jouw woord tegen de mijne en dan trek jij aan
het kortste eind. Kom, je gaat terug naar je cel en over een uur wordt je overgebracht naar het huis van bewaring.
Maandagmorgen komen we je wel weer ophalen, tenminste als mijn kollega die zogenaamde verkoper heeft weten op te
trommelen”. Hij ging dus duidelijk op de bluftoer. Hij wilde haar naaien en probeerde het op deze manier, hoewel hij zich er
terdege van bewust was, dat hij haar niets kon maken. Hooguit een bon kon hij haar geven, maar hij deed net alsof ze heel wat
te duchten had en probeerde haar zwakke positie uit te buiten. Toen hij haar bij de polsen vastpakte, veranderde Babs van toon
en zei: “nee, niet terug naar de cel. Alsjeblieft! Ik zal doen wat je wil, als ik daarna weg mag”. “Dat klinkt verstandiger”, zei Henk
en zette haar op zijn buro met haar rug tegen de muur, “maar dan doe je ook alles wat ik zeg. Begrepen?!”. Babs knikte angstig
van ‘ja’ en liet toe, dat Henk haar rok omhoog schoof. “Trek die slip uit en vinger jezelf eens effe”, zei Henk op ruwe toon met
een geile klank in zijn stem. Babs stroopte haar miniskule, witte slipje met hoog opgesneden heupen naar beneden en liet een
vinger over haar schaamlippen glijden. Henk pakte haar benen vast en duwde die omhoog, zodat haar hakken tegen haar billen
aan zaten. Haar knieën pletten haar tieten en met gespreide benen moest ze zichzelf vingeren. Ze verbeet haar tranen van
schaamte en stak dapper haar vinger telkens diep in haar geurige neukgrot. Henk kreeg duidelijk zichtbaar een bult in zijn
blauwe uniformbroek en het tafereel wond hem bijzonder op.
“Stop je vinger eens in je mond”, beval hij op strenge toon, “en lik je kutgeil er af”. Babs gehoorzaamde en met veel tegenzin
stopte ze haar vinger in haar mond. Ze proefde haar eigen kutsappen en Henk gaf haar opdracht om de vingers goed nat te
maken. Daarna moest ze haar vingers opnieuw laten afdalen naar haar kruis, maar toen ze die tussen haar schaamlippen wilde
stoppen, pakte Henk haar bij de pols vast en duwde haar hand ietsje verder naar onderen. Haar vingertop raakte haar aars en
Henk knikte. “Oh, alsjeblieft, daar niet !”, smeekte Babs, maar Henk kende geen genade en liet haar d’r eigen reet vingeren. Na
een poosje moest ze haar vinger eruit halen en toen twee vingers nat maken. Ze proefde haar eigen darm en was be- paald niet
gecharmeerd van de smaak. Haar wijs- en middelvinger verdwenen in haar geribbelde gaatje en Henk haalde zijn stijfgezwollen
pik tevoorschijn. Terwijl hij haar steeds gade sloeg, haalde hij een tube glijmiddel uit een kast tevoorschijn en smeerde zijn lul er
mee in. “Ik ga dat mooie kontje van jou maar eens lekker neuken”, zei hij geil en liet Babs voorover liggen met haar buik op het
buro. Eerst stak hij zijn lul in haar kut en naaide haar schaamlippen helemaal beurs. Toen trok hij zich terug en richtte zijn eikel
op haar poepgat. Moeiteloos gleed zijn pik in haar aars en hij begon haar met lange halen te naaien, waarbij hij zich niets van
haar kreten aantrok. Hoe geiler hij werd, des te feller en korter zijn stoten werden en hij porde haar in een moordend tempo in
d’r kont. Babs verbeet de pijn en stak op zijn kommando een vinger in haar kut. Toen Henk zijn pik langs haar in en uit gaande
vinger voelde gaan, kwam hij spontaan klaar en spoot hijgend zijn kwak in haar endeldarm. Hij bewoog nog een paar keer heen
en weer en liet toen zijn pik uit haar kont ontsnappen. Een straaltje sperma liep uit haar kont en ze moest het verzamelen met
haar vingers en vervolgens oplikken, wat ze zonder enig enthousiasme deed. “Lekker strak reetje”, zei Henk en bracht zijn
kleding weer in orde. “Je hebt goed meegewerkt. Ik laat zelfs die bekeuring achterwege, maar de volgende keer kom je er niet
zo gemakkelijk van af. Reken daar maar op!”. En op dat moment ging de deur van het kantoortje open. Jan was terug en omdat
hij de kamer met Henk deelde, had hij ook een sleutel. Met grote ogen keek hij naar de halfnaakte Babs en zag haar nog
openstaande kontgaatje, waarin wit zaad glinsterde.
“Vuile hufter”, snauwde hij tegen Henk, “dit kost je je baan. Je bent een ploert en door jouw gedrag rust er een smet op het hele
korps. Ik ga naar de hoofdkommissaris”. Henk had wel door, dat zijn kansen verkeken waren en elke uitleg zou falen. Dus
zweeg hij en ging naar de brigadier van de wacht. Hij leverde zijn wapen en zijn penning in en stond een paar minuten later bij
de hoogste baas. Binnen een minuut had hij een brief met zijn ontslag op staande voet in handen en minuten later stond hij
letterlijk en figuurlijk op straat. Jan bekommerde zich om Babs en probeerde het leed voor haar te verzachten waar hij kon.
“Je moet aangifte doen”, zei hij tegen haar, “zulke klootzakken horen niet in het politiekorps thuis. Je moet een civiele procedure
aanspannen en schadevergoeding eisen. Kaalplukken moet je hem, want geen enkele vrouw verdient zo’n behandeling”. Daarna
droeg hij haar over aan de geestelijke bijstand om haar te ondersteunen en verder te helpen met het verwerken van dit misbruik.
Met een tevreden gevoel ging hij naar huis. Eindelijk was het hem gelukt om te bewijzen, dat Henk korrupt was en hij was blij,
dat de rotte appel uit de organisatie verwijderd was.